De Indische Hetty Schoorel (92) debuteert met Tjoesmai. Ernst Jansz schreef hiervoor het voorwoord.
Het wonderlijke, waargebeurde verhaal Tjoesmai verschijnt vlak voor de Nationale Indische Herdenking en de Indonesische Onafhankelijkheidsdag, 15 en 17 augustus. In de nadagen van haar leven doorbreekt Schoorel met Tjoesmai het ‘Indische zwijgen’, typerend voor de generatie die de Tweede Wereldoorlog en de dekolonisatie in Indonesië meemaakte. Ze wil voorkomen dat haar bijzondere autobiografische verhaal verloren gaat voor de generaties na haar.
In Tjoesmai vertelt ze hoe de jonge Hetty dankzij een vogel de oorlog overleeft. ‘Hij was mijn steun en toeverlaat.’ Vogel Tjoesmai blijft 16 jaar bij haar. Schoorel belicht in haar vertelling zowel het Nederlands-Indische als het Indonesische perspectief. ‘Wij hoorden ook niet thuis in Indonesie’.
Hetty Schoorel verhuist op 8-jarige leeftijd naar de toenmalige kolonie Nederlands-Indië. Zij vindt een jong vogeltje in een verlaten nest onder de brandende zon en noemt hem Tjoesmai. De twee zijn vanaf dat moment onafscheidelijk. Als in Nederlands-Indië de Tweede Wereldoorlog uitbreekt, moet de 12-jarige Hetty naar het Jappenkamp Halmaheira. Ondanks het strikte verbod op huisdieren, smokkelt ze Tjoesmai mee het kamp in. De oorlogsverschrikkingen die Hetty tegenkomt, staan in schril contrast met de kwetsbaarheid, schoonheid en liefde van haar vogel Tjoesmai.
Na de Tweede Wereldoorlog en de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd, in 1946, keert Hetty als jonge vrouw terug naar Nederland. Met Tjoesmai, die tot 1958 bij haar blijft. Haar jeugd in Indonesië blijft haar in het bloed zitten en tientallen jaren later schrijft ze een autobiografisch verhaal over het vogeltje dat haar door de moeilijkste periode van haar leven heen hielp.
Tjoesmai is nu overal verkrijgbaar.